Auteur
Tips van een Hollander in het Meetjesland
Een Hollander op bezoek (én een Belg...)
“Het Meetjesland is een openbaring voor wie er voor het eerst komt. Er terugkomen is echter nog veel leuker.” Toen we in 2017 een Nederlandse journalist op pad stuurden in het Meetjesland om 'een nieuwe streek te ontdekken' kregen we de vraag: waarom een Hollander? Het antwoord was klaar-en-duidelijk. We wilden door de blik van iemand anders tonen hoe mooi onze streek wel is.
Bas van Oort uit Rotterdam is schrijver, reisjournalist en fotograaf en maakt reisreportages voor onder meer National Geographic Traveler en De Standaard Magazine. In 2019 verscheen bij uitgeverij Prometheus Het wonder van Iowa, zijn eerste boek. Voor zijn werk reist Bas de hele wereld door, maar er is weinig dat hem gelukkiger maakt dan op de fiets cruisen door Vlaanderen. In 2016 werd hij onderscheiden met de persprijs Toerisme Vlaanderen & Brussel.
Met collega Sebastiaan Bedaux (B) naar Drongengoed
Sebastiaan knuffelt een boom. Ik kan het niet anders omschrijven. Hij heeft zijn armen om een oude Amerikaanse eik geslagen en drukt zijn wang liefdevol tegen de stam. Hij wrijft zelfs een beetje met zijn handen over de boomschors en prevelt zachte woordjes. Iets over ikigai en shinrin-yoku, en nog wat andere Japanse termen die in de mode zijn. Ik sta erbij, kijk ernaar en zucht. Je nodigt één keer iemand uit om mee te gaan naar het Meetjesland en meneer staat meteen tegen een boom op te rijden.
Maar boswachter Hans Vansteenbrugge slaat het gade met een genoegzame glimlach. “Ik heb dit jaar al twee keer een groep natuurcoaches op bezoek gehad die hier het bos ingingen om onder andere te gaan boomknuffelen. Ze begeleiden mensen met burn-outs en depressies en in plaats van dat in een zaaltje te doen, komen ze naar hier. Het bos in, niets dan rust om je heen. Tewerk gaan met wat je hier vindt en met een leeg hoofd weer terug naar huis. Bosbaden, noemen ze het in Japan, en daar is het niet voor niets razend populair.”
Landschapspark Drongengoed
Bas van Oort
Boswachter Hans Van Steenbrugge in Landschapspark Drongengoed
landschapspark Drongengoed
Bas van Oort
De Belgische journalist Sebastiaan Bedaux knuffelt een boom
Een ietwat ongewoon beroep in grensdorpje Middelburg
Zou hij de ochtendzon ook vol verwondering vuurrood zien opkomen achter de bomenrij aan de horizon? De frisse lucht diep zijn longen binnen zuigen? Het is moeilijk in te schatten, als we bij het krieken van de dag onze auto voor het groene busje van Jacky Serrarens parkeren. Precies op de grens tussen Nederland en België, verraadt de grenspaal. Aan de rand van Middelburg, waar de Dinantstraat overvloeit in de Tol, waar het Meetjesland wordt verruild voor Zeeuws-Vlaanderen. Jacky lijkt er weinig aandacht aan te schenken. Hij zit in zijn busje en wacht, luistert wat naar de radio misschien, of kijkt nog naar een paar berichten op zijn telefoon. Tot hij uitstapt en ons de hand schudt.
Het blijft moeilijk in te schatten wanneer hij routineus zijn spullen achter uit zijn busje pakt. Wanneer hij de driepersoons kano van het dak laat glijden en in de berm legt. Zijn blik richt hij af en toe wel op de Meulekreek, maar net zo makkelijk concentreert hij zich weer op andere zaken. Lieslaarzen, een bosje wortelen, zijn peddel. Alles in orde, klaar om te gaan. Maar dan richt hij zich nog een keer op het rustgevende schouwspel voor hem. De kreek in het ochtendgloren. Het eerste zonlicht dat tussen de bomen door piept. Met zonnestralen die je zo vast lijkt te kunnen pakken als gevolg. Hij kijkt voor zich uit en zegt: “Mooi hé. Dit is een van de redenen dat ik ervoor heb gekozen om dit werk te doen. Buiten werken, in een prachtige omgeving. Ik blijf het hier schitterend vinden.”
Terwijl Jacky – grote vent, kale kruin, twee vriendelijke, bruine ogen die de wereld inkijken – bezig is om iets uit een plastic tas te halen, is een van de omwonenden op het tumult afgekomen. Zo vaak gebeurt het niet dat er voor de koffie maar liefst twee auto’s in de berm geparkeerd staan. Ze maakt een praatje met Sebastiaan en vertelt hem het één en ander over Middelburg. Op de grens tussen Nederland en België liep hier vroeger een belangrijke smokkelroute. Van alles loodsten de Meetjeslanders de grens over. Koeien, paarden, etenswaren. En er volgde een verhaal over de oom van de bewoonster, die zo behendig in het smokkelen was dat hij al ruim voor zijn vijfentwintigste in een peperdure Porsche kon rondrijden.
Wat begon in de Hotsy Totsy
Het was op een zeiknatte donderdagavond in januari dat ik in de Hotsy Totsy in de Hoogstraat in Gent tegenover twee Vlaamse heren zat, Tim en Bart. Die Hotsy Totsy Jazz Club, dat was ooit het café van Guido Claus, zeiden ze. Een niet te onderschatten voetnoot in de roemruchte horecageschiedenis van de leukste stad van België. Hugo, de toch wel beroemdere broer Claus, had er zijn meesterwerk nog aan de wereld voorgesteld.
Enfin, elk hadden ze – Bart en Tim dan, Niet Hugo en Guido - een bescheiden biertje voor hun neus staan, en allebei waren ze geboren en getogen in het Meetjesland. Daar kon je mooi fietsen, in het Meetjesland, maar het voorval wilde dat nog lang niet iedereen daarvan op de hoogte was, en precies daar moest verandering in komen. Ze zouden graag zien dat iemand met een frisse blik eens kwam kijken – fietsen – en daar dan over berichtte. Het liefst iemand die nog nooit van heel het Meetjesland had gehoord. Aangenaam.
Het is niet dat ik onbekend ben met België, alleszins niet zelfs. Ik had de volledige kustlijn van het land al eens op de fiets ontdekt, inclusief prachtige zonsondergang in De Haan en een fijn pannetje mosselen in Nieuwpoort. De Vlaamse Ardennen kende ik maar al te goed. De gladde kinderkopjes op die korte maar oh zo steile heuvels die je het zweet uit je koersbroek doen druppelen, bezorgen me soms nog nachtmerries. En zelfs de taalgrens, van Kortrijk tot aan de Voerstreek bij Maastricht, had ik in al z’n volledigheid afgefietst.
Wippelgem boven
Maar het Meetjesland, nee. Er ging niet eens een belletje rinkelen. Dus vond ik mijzelf enkele maanden later weer terug in de buurt van Gent. In Wippelgem dit keer, met een zadel onder mijn billen en twee trappers onder mijn voeten. En voor u denkt: op de laatste pagina van dit boekje zegt deze Hollander vast dat het Meetjesland zo mooi en zo verrassend is, dat het een wonder is dat hij het nog niet eerder kende. Nee, dat zou te makkelijk zijn. Bovendien weet ik op dit moment, hier in Wippelgem voor de poorten van het gelijknamige kasteel, nog helemaal niet wat ik van het Meetjesland vind.
Dat verandert langzaam maar zeker als ik vanuit Wippelgem koers zet richting het Lievegemse Waarschoot. Niet in directe lijn natuurlijk, maar een fietsknooppuntennetwerk volgend waarmee je in totaal bijna 800 kilometer door deze regio kunt toeren. Het kasteel van Wippelgem is trouwens ook nog wel het vermelden waard. In 2008 stond het te koop voor nog net geen 2,5 miljoen euro. De gemeente Evergem bedacht zich geen moment (geen zorgen, Wippelgem is onderdeel van de gemeente Evergem, er is hier geen Machiavelliaanse burenruzie gaande) en kocht het kasteel plus omliggende grond en stelde het meteen open voor publiek. Van zonsopkomst tot zonsondergang kun je er terecht met fiets, wandelschoenen, of hond. Als die laatste maar wel aan de lijn blijft, vertellen ze er met opgeheven vingertje bij. Ander voordeel van dit kasteel in publiek bezit: alle trouwerijen door de gemeente Evergem vinden hier plaats. Zodat elk meisje uit het Meetjesland zich een dag lang een waar prinsesje mag voelen.
Maar terug naar de fietstocht. Zo’n knooppuntenroute is makkelijk te volgen, en al snel blijkt het Meetjesland zich te presenteren als een zeer vriendelijke inleiding op de rest van Vlaanderen. Volledig vlak, om mee te beginnen. Zoals de Amerikaanse reisschrijver Bill Bryson ooit over zijn thuisstaat Iowa schreef dat als je op een houten kratje ging staan, je uitzicht had over de volledige staat, zo geldt dat ook een beetje voor het Meetjesland. Spring op een kliko waar dan ook in de regio en je zou links tot aan Brugge kijken en rechts tot aan Gent, ware het niet dat er af en toe een flinke bomenrij in de weg staat, maar daarover later meer.
Vlak is fijn fietsen
Vlak is fijn fietsen, en met mijn kop in volle zon laat ik de landelijke rust ontspannen over me neerdalen. Waarom het Meetjesland nog meer een opmaat lijkt naar de rest van Vlaanderen: je ziet hier weinig halve huizen, die plompverloren met een blinde muur tegen een kille, provinciale weg aan staan. Geen keur aan rolluiken die steevast naar beneden hangen en ook weinig kotten vol roekoeroekoerende wedstrijdduiven.
Zelfs de Mariakapelletjes, toch vaak op elke Vlaamse straathoek een duidelijke wegwijzer, zijn niet alom aanwezig. Ze zijn er wel hoor, en in de buurt van Maldegem is er zelfs een heuse Mariagrot, maar je wordt er nog niet mee doodgegooid. Misschien dat het Meetjesland wat minder hulp van boven nodig heeft.
Ik fiets inmiddels in Lievegem (Waarschoot, Zomergem en Lovendegem), en dat is in het spoor van niet zomaar iemand.
Keizer Karel
Een kleine vijfhonderd jaar geleden reed daar Keizer Karel. Niet op een fiets, de Keizer zal waarschijnlijk op een paard hebben gezeten of nog waarschijnlijker in een koets zijn rondgereden. Maar hij reed hier wel. Op zoek naar meisjes, zo ging het verhaal.
Maar uitkijkend over de lappen weiland, waar de koeien vijfhonderd jaar geleden waarschijnlijk net zo vredig graasden als nu, of de kant van de weg in Zomergem afspeurend, zag de Keizer niets.
Hij stond nogal bekend om zijn seksuele verlangens en driften, Karel, en dat zorgde ervoor dat moeders hun dochters wijselijk binnen hielden. Was de Keizer hier op jacht, dan zag hij slechts oude vrouwtjes aan hun deur zitten spinnen. Meetjes, waar de Keizer weinig interesse in had. En gelukkig maar, het zou de geschiedenis in een heel ander daglicht plaatsen. Keer op keer kwam hij teleurgesteld thuis, van zijn ritjes door de regio, die hij de naam Meetjesland meegaf.
Nonsens! Het is een mooi verhaal, maar volledig verzonnen. Niet dat de elementen eruit op niets zijn gebaseerd. Keizer Karel bestond wel degelijk, hij werd zelfs geboren in Gent. En ook de spinnende oude vrouwtjes hebben eeuwenlang het gezicht van het Meetjesland bepaald, een belangrijke weversstreek binnen de Zuidelijke Nederlanden. Maar dit verhaal is een legende. Bedacht. Niet waar.
Maar toch, toch, het is in de buurt van Zomergem verdacht rustig op straat, zodra er een man met een baard voorbij komt rijden.
Bevende Hazelaar
Bas van Oort
Een magisch kruispunt op de grens van Waarschoot met Sleidinge
Watervliet
Bas van Oort
Het oog van Bas valt op dit tafereeltje in Watervliet